Deze tool beschrijft het protocol voor het sportmedisch geschiktheidsonderzoek dat bij elke actieve sporter uitgevoerd dient te worden. Advies aangaande de frequentie van de afname kan je hieronder terugvinden.
Frequentie sportmedisch geschiktheidsonderzoek
Wat betreft de frequentie van het sportmedisch onderzoek volgen we het advies van Sportieq (lees hun volledige advies hier) maar maken we een onderscheid tussen recreatieve en competitieve sporters.
- Een sportmedisch onderzoek moet bij aansluiting gebeuren (de sporter is minimum 6 jaar oud). Een tweede onderzoek met rustelektrocardiogram volgt op 14 jaar.
- Recreatieve sporters dienen daarna minimum om de 4 jaar opnieuw een sportmedisch onderzoek te ondergaan.
- Voor competitieve sporters dient het onderzoek minimum elke 2 jaar herhaald te worden.
Dit sportmedisch onderzoek dient door een arts met een VASO-licentie te gebeuren. Zo ligt het protocol van het onderzoek in lijn met de wetenschappelijk onderbouwde aanbeveling voor dit type onderzoeken, zoals opgesteld door SKA. Idealiter heeft de arts in kwestie ook een zekere kennis van de vechtsport die de sporter beoefend.
Anamnese
Laat de sporter de vragenlijst invullen op www.sportkeuring.be zodat je zicht krijgt over diens persoonlijke en familiale medische voorgeschiedenis. De sporter kan dit op voorhand invullen of je kan dit samen doen. Onder “Vechtssporten” kan je de risicovechtsport aankruisen. Wanneer de betreffende risicovechtsport niet voorkomt in de lijst, kies je voor “Andere risicovechtsport (vechtsporten waar slagen/stoten op het hoofd mogelijk zijn)”.
Lichamelijk onderzoek
Algemene inspectie
Zijn er niet-genezen of recente wonden (snijwonden, schaafwonden, laceraties …) aan
- Handen
- Polsen
- Gelaat
- Wenkbrauwen
- Oren
- Neus
- Andere
Niet-genezen of recente wonden zijn plaatsen waar de tegenstander zich mogelijk zal op focussen om op diezelfde plaatsen slagen toe te brengen (zodat de kamp met een technisch KO moet beëindigd worden, cfr. gelaat, wenkbrauwen, oren, neus). Wonden aan handen, polsen … laten de sporter niet toe voluit te gaan en zullen bij gering contact terug opengaan. Niet-genezen wonden (vooral schaafwonden) kunnen ook ingangspoort zijn voor infecties (impetigo, tinea corporis gladiatorum …). Vooraleer met de gevechtstraining/contacttraining kan gestart worden dienen deze wonden volledig genezen te zijn. Er kan hier dus wel toelating gegeven worden voor non-contacttraining.
Biometrie
Lichaamsgewicht, lichaamslengte, zithoogte en huidplooimetingen.
Oriënterend neurologisch onderzoek
Evenwicht
- Romberg
Gang
- Gangpatroon
- Koorddansersgang
Coördinatie
- Vinger-neusproef
- Knie-hielproef
- Diadochokinese
Sensibiliteit
- Vibratiezin
Reflexen
- Bicepspeesreflex
- Tricepspeesreflex
- Kniepeesreflex
- Achillespeesreflex
- Voetzoolreflex
Pneumologisch onderzoek
Longauscultatie
- Verlengd expirium
- Crepitaties
- Wheezing
- Verminderd VAG
- Ander
Stomatologisch onderzoek
Inspectie gebit
- Cariës
- Tandsteen
- Gingivitis
- Ander
Oftalmologisch onderzoek
Gezichtsscherpte
- Correctie
- Ver bilateraal
- Ver links
- Ver rechts
Gezichtsveld
- Confrontatietest
Pupilvorm
Pupilgrootte
Pupilreactie op licht
Dieptezicht
- Stereotest
Contra-indicaties voor risicovechtsporten:
- Amblyopie
- Hoge myopie (hoge bijziendheid meer dan -6 dioptrie)
- Oogoperaties als antecedenten
- Gebrek aan dieptezicht
Afwijkingen in het oftalmologisch onderzoek vereisen een doorverwijzing naar de oftalmoloog.
Cardiologisch onderzoek
Brachiale bloeddruk
- Bloeddruk systolisch links
- Bloeddruk diastolisch links
- Bloeddruk systolisch rechts
- Bloeddruk diastolisch rechts
Hartauscultatie
- Geruis
- Diastolisch
- Systolisch >= 2/6
- Meer bij Valsalva of staan vanuit hurkpositie
- Meer bij liggen of hurken vanuit staande positie
- Uitstraling naar oksel of carotiden
- Lange duur (mid- of latepeak of holosystolisch)
- Mid- of eindsystolische klik
- Tonen
- Paradoxale of gefixeerde splijting 2e harttoon
- Extra toon (4e toon)
- Luide 1e toon met geruis
- Ritme
Radiale en femorale pulsaties
- Simultane palpatie radiale en femorale pulsaties
Syndroom van Marfan
Orthopedisch onderzoek
Inspectie
- Stand hoofd
- Schouderhoogte
- AC gewricht
- Rug
- Hoogte spina iliaca
- Vastus medialis obliquus
- Extremiteiten en gewrichten
- Tuberositas tibiae
Mobiliteit/kracht
- Cervicaal
- Flexie
- Extensie
- Laterale flexie
- Rotatie
- Lumbaal
- Flexie
- Extensie
- Laterale flexie
- Rotatie
- Schouder
- GH abductie
- Kracht 90°
- Drop Dead
- Elleboog en hand
- Flexie/extensie
- Pronatie/supinatie
- Hand vuist/spreiden
Functioneel
- Duck Walk test
- Five time hop
Sportspecifiek
- Gemodificeerde rotatie stabilisatie test
- Scapulaire dyskinesie
- Zijwaartse brug test
- Squat op één been
Onderzoek neus, keel en oren
Rhinoscopia anterior
- Toegankelijkheid neus
- Stand neusseptum
Otoscopie
- Gehoorgang
Tonsillen
Hypermobiliteitsonderzoek
Hyperextensie pinken (hoek in mcp5 >90°)
- Links
- Rechts
Duimen tegen de voorarm
- Links
- Rechts
Hyperextensie ellebogen >10°
- Links
- Rechts
Hyperextensie knieën >10°
- Links
- Rechts
Handen plat op de grond zonder de knieën te buigen
Berekening hypermobiliteitsscore volgens Beighton criteria:
- Handen plat op grond: 1 punt
- Pinken, duimen, ellebogen, knieën telkens 1 punt links/rechts
- Totaal 9 punten
4-6 punten: hypermobiel
7-9 punten: extreem hypermobiel
Aanvullend onderzoek
Geen aanvullend onderzoek tenzij er klachten of abnormaliteiten in het onderzoek zijn.